Meegroeiwonen betekent dat er een gevarieerd aanbod van woningtypes is op wijk- of buurtniveau. Dit aanbod speelt in op de diversiteit van de bewoners, zodat men levenslang kan blijven wonen in de vertrouwde omgeving, in principe ongeacht de gezinssituatie of de fysieke toestand van elke bewoner.
De buurt
De buurt kan beschouwd worden als een zone die vanuit bebouwingsoogpunt of sociaal-economische structuur een homogeen geheel afbakent. Vaak wordt de buurt ook omschreven als een ‘sociale’ zone rond een bepaald herkenningspunt. De buurt van het station, de ‘nieuwe’ wijk, de wijk rond het zwembad,… Er wordt met andere woorden teruggegrepen naar herkenbare punten en of gebouwen.
De wijk
Vele buurten samen vormen een wijk. De wijk is een meer administratieve omschrijving en verwijst m.a.w. naar de administratieve indeling van het grondgebied. Binnen een wijk kunnen verschillende buurten aanwezig zijn en meerdere wijken vormen op hun beurt een stadsdeel of een deel van een gemeente.
Aspecten van meegroeiwonen op buurt- of wijkniveau
Een buurt en/of wijk beschikt over een mengeling van diensten en voorzieningen (bv. kantoren, een bakker, een slager, een kruidenier, aansluiting met openbaar vervoer naar andere buurten en/of wijken, speelruimte, groen, scholen, sportinfrastructuur,…) dat integraal toegankelijk is en ontsloten wordt door een hecht net aan modaliteiten van openbaar vervoer, beschikt over een kwalitatieve publieke ruimte, een hoog fiets- en voetgangerscomfort, enz.
Een buurt of wijk met een hoge meegroeifactor heeft ook een ruim aanbod aan voorzieningen die kunnen anticiperen op wijzigende persoonlijke of gezinssituaties, en dit zowel op sociaal als op psychisch en fysiek vlak (bv. toegankelijkheid van voorzieningen, een publieke ruimte voor iedereen, enz.).
Daarnaast is de variatie in het woningaanbod op wijk- of buurtniveau van belang. Bewoners blijven niet noodzakelijk in hun eigen huis wonen. Er wordt een zekere mobiliteit gestimuleerd om een doorstroming in functie van wijzigende gezinssituaties mogelijk te maken. Uiteraard is het ook belangrijk om oog te hebben voor de samenlevingsaspecten van (kleinere) groepen mensen onderling.